Karel Eyckmans

Voor veel lezers van dit tijdschrift zal Petrus Hubertus Thiels een nobele onbekende zijn. De meeste
tot voor kort beschikbare gegevens over deze man komen uit de studie voor de monografie over
Ramsel1 en zijn gebaseerd op een 19de
-eeuwse bron, nl. de historische nota’s op het einde van
parochieregister nr. 3 van Ramsel.2 Die nota’s, geschreven door een van de latere pastoors van
Ramsel, zijn weliswaar grotendeels correct maar, zoals wel meer voorkomt bij teksten van religieuzen
over hun confraters, tegelijk erg verhullend. Zelden worden man en paard genoemd. Zo ook hier. In de
nota’s wordt van Petrus Hubertus Thiels gezegd dat hij het slachtoffer werd van een lastercampagne
waarbij sommigen zelfs anonieme brieven hadden geschreven. Over de grond van de zaak – waar ging
die lastercampagne over? – deed de opsteller zedig het zwijgen toe.
Door recent onderzoek zijn we nu echter op het punt gekomen dat we een duidelijk inzicht krijgen
over het werkelijke leven van pastoor Petrus Hubertus Thiels, over zijn plaats in de dorpsgeschiedenis
van Ramsel en in de campagne om van Ramsel een onafhankelijk gemeente te maken. Daarmee
belanden we direct bij de ware aard van de zogenaamde lastercampagne die als een donkere wolk over
het einde van zijn carrière als pastoor van Ramsel zou hangen. Een gelukkige vondst in de nagelaten
documenten van wijlen dokter Wilfried de Belie, de eerste persoon die een status quaestionis schreef
over de geschiedenis van Herselt en zijn deeldorpen3 , biedt ons nu de kans om aan de lezers van dit
tijdschrift letterlijk en figuurlijk het ware gelaat van pastoor Thiels te onthullen.

Wie was Petrus Hubertus Thiels?

Petrus Hubertus, geboren in de “Quaystraete” te Bergom op 2 november 1774 en gedoopt te Westerlo
was het zevende kind van het gezin van Joannes Thiels en Marie Therese Moreau.4 Vader Joannes
was geboren te Herselt op 15 februari 1734 en kwam aan de kost als landbouwer. Hij was op 27-jarige
leeftijd op 21 januari 1762 te Audregnies gehuwd met de daar op 22 augustus 1737 geboren
landbouwster Marie Therese Moreau. Audregnies is nu een pal op de grens met Frankrijk gelegen
deelgemeente van Quiévrain in Henegouwen. Het gezin Thiels-Moreau was te Herselt aan de slag als
welgestelde landbouwers. Ze pachtten verschillende boerderijen, eerst onder de parochie SintServatius van Herselt en daarna van 1772 tot 1775 in de Kaaistraat te Bergom. Vanaf 1776 tot na 1786
boerden ze te Ramsel waaar hun laatste drie kinderen werden geboren. In 1795 woonde het gezin terug
op het grondgebied van de Sint-Servatiusparochie in de tiendwijk Hese.5

..........