Dit toestel was van het 431ste Sqn, een Halifax III MZ 529 met op de romp de letters SE-E.

De piloot van het toestel, P/O William Woodrow, werd bijgestaan door:
- F/O W.R. Knowlton (Navigator)
- F/O J.J. Lyng (Bommenrichter)

- P/O D. Harrisson (Boordmecanicien)
- F/O L.L. Anderson (Radio-operator)
- P/O A.L. Gabel (Rugkoepelschutter)

- Sgt R.H. Aiano (Buikkoepelschutter)

- P/O R.E. Hazael (Staartschutter)

Een crew op de Halifax bestond normaal uit 7 bemaningsleden. Het toestel dat hier neerstortte had 8 bemaningsleden. Dit kwam doordat het toestel uitgerust was met een buikkoepel + schutter als extra verdedigingsmiddel tegen de agressieve Duitse jagers.

Omstreeks 02.30 werd het toestel onderschept en beschoten door een Duitse jager. Deze jager was uitgerust met een set naar boven gerichte mitrailleurs (Schräge-musik) , de boordschutters waren machteloos hiertegen. De piloot, Woodrow, deed alles om te ontkomen, maar het toestel was zwaar beschadigd... het was onbegonnen werk.

Nadat het bevel werd gegeven om het toestel te verlaten, sprong de radio-operator (F/O Anderson) als eerste uit het toestel, gevolgd door de navigator (F/O Knowlton) en de bommenrichter (F/O Lyng).

Net voordat het toestel vuur vatte, sprong de boordmecanicien (P/O Harrisson) uit het toestel, niemand volgde hem nog.

Door het toestel vlak te houden kon de piloot niet meer springen. Zijn daad om zijn makkers te redden bekocht hij met zijn leven. De drie boordschutters waren vermoedelijk gedood of zwaar verwond. Zij stierven in het wrak.

Eén van hen werd naast het wrak gevonden met een half geopende parachute, vermoedelijk heeft hij het toestel niet tijdig kunnen verlaten.

De bemanningsleden die het toestel wel tijdig konden verlaten, kwamen goed en wel behouden op de grond.

De navigator F/O Knowlton ontwrichtte zijn rechterschouder tijdens de harde landing. Hij kwam neer in de buurt van Averbode. Bij deze onzachte landing verloor hij ook het bewustzijn gedurende enkel uren. Toen hij terug bij bewustzijn was verstopte hij zijn materiaal en vluchtte weg. Hij kwam terech bij de familie Verbiest de hem gedurende meer dan drie maand goed verzorgde en verborg. Later werd hij naar Brussel gebracht (12 augustus) waar hij verbleef tot aan de bevrijding die drie weken later volgde.

De bommenrichter (F/O Lyng) kwam neer in de buurt van het wrak en was gewond aan de arm. Een boer vond hem en gaf hem burgerkleren in de ruil voor zijn uniform. 's Avonds werd hij opgepikt en naar Tessenderlo gebracht waar hij werd verzorgd. Daar verbleef hij tot hij naar Brussel werd gebracht. Op 20 mei werd hij daar gearresteerd door de Sicherheitsdienst die hem naar het Gestapo-hoofdkwartier bracht.